Top

WOUTER VAN LUIJN, NCE (1984 – 2018)

WOUTER VAN LUIJN, NCE (1984 – 2018)

Op de herdenkingsbijeenkomst in theater Tuschinski op 20 juli 2018 heeft Job ter Burg namens de NCE een aantal herinneringen aan Wouter van Luijn uitgesproken. Wij delen deze woorden graag, om de herinnering aan Wouter levend te houden. We blijven hem missen.

 

In Memoriam Wouter van Luijn

 

 

— Wouter versie 3.2 final2.herzien.defdef DEZE —

 

Wouter was actief lid van de NCE, de vereniging voor editors van speelfilms, televisiedrama en documentaires. Als vereniging vinden we het fijn om hier vandaag iets te mogen vertellen over Wouter — over hem als onze collega.

 

Ikzelf leerde hem kennen toen hij toelating deed voor de filmacademie. Hij was eager, had een grote ‘honger’, had al een aantal gerichte cursussen gevolgd, tot in Polen toe; hij wilde graag leren, en had behoefte zich te omringen met andere talentvolle mensen met dezelfde passie.

 

In het eerste jaar stuurde hij een e-mail aan collega Peter Alderliesten of-ie een keer mocht komen kijken in de montage van de film Vet Hard waar Peter toen aan werkte. Faye de Wilde (derdejaarsstudent toen hij eerstejaars was, en inmiddels docent montage aan de filmacademie) vertelde dat Wouter door die honger aanvankelijk zelfs wat irritant leek, maar ze leerde hem al snel kennen als iemand die oprecht geïnteresseerd was in anderen, in wie ze waren maar ook in de stad waar ze woonden. “Door zijn rust en zachte stem voelde je je al snel op je gemak bij hem.”

 

Studieleider montage René van Uffelen vertelde me dat Wouter twee voor editors zeldzame eigenschappen bezat: hij kleedde zich opvallend goed (zijn jaargenoten en hij maakten nog eens een filmpje waarin de draak werd gestoken met zijn…. ijdelheid) — en  hij werkte ook graag op sets.

 

Oud-studiegenoot en editor Patrick Schonewille vertelde: Mijn eerste ontmoeting met Wouter was in de lente van 2004, op de set van OCEAN’S TWELVE. Op de pasjes die we trots en opzichtig om onze nek droegen stond Location PA, in werkelijkheid waren we veredelde vuilnismannen. Samen ruimden we hotelkamers uit van Catherine Zeta-Jones en Brad Pitt, ons vergapend aan de teringzooi en lege flessen wijn. We waren op elkaar aangewezen dacht ik: allebei uit de provincie, allebei knalgroen. Maar Wouter snapte het spel stukken beter dan ik. Met z’n charmante lach en grappen had hij in no-time de productiemeisjes in z’n zak. En terwijl ik braaf vuilniszakken bleef dichtknopen, hosselde Wouter op dag 2 een portofoon en een plekje tussen de Amerikaanse crew.

 

Na school maakte hij snel carriere. Zijn bevlogenheid voor het montagevak tekende hem. Ik geloof dat hij in alle jaren misschien één of twee bijeenkomsten van onze vereniging gemist heeft, verder was hij er altijd bij. Waarschijnlijk zowel vanwege de inspiratie van bijvoorbeeld onze masterclasses met buitenlandse editors, maar ook vanwege het sociale contact met zijn collega’s, die zich hem herinneren als “een heel vriendelijke jongen met een bijzonder open blik naar zijn collega’s en omgeving” — zoals Bart van den Broek het verwoordde.

 

En collegiaal was hij. Manuel Rombley en Wouter raakten na de filmacademie bevriend, zaten beide in de Habbekrats-scene, en deelden drie jaar lang een studio aan het Rokin. Broers waren ze. Ambitieuze editors maken niet zelden lange dagen, die vaak eindigden in keyboard dinners (lees: pizza) en lange gespreken over toekomstplannen — en daar lagen er nog zo veel van. Wouter spoorde Manuel altijd aan ook naar NCE-bijeenkomsten te komen.

 

Via Manuel werd Esgo Groenendijk Wouters vaste assistent. Esgo vertelde me dat Wouter hem vanaf het begin (de voormontage van Aanmodderfakker) een grote dosis verantwoordelijkheid en vertrouwen gaf. Er was een onuitgesproken menselijke klik.

 

Naast hard en serieus werken moest er gezelligheid zijn.

 

Niels Koopman die hem de laatste jaren vaak assisteerde met syncen en loggen vertelde dat Wouter, hoe druk hij ook was, altijd even de tijd nam voor een praatje en een peuk als hij materiaal langs kwam brengen.

 

Michiel Boesveldt vertelde me een anekdote: “na een intensieve dag luisteren naar internationale editors tijdens EditFest in London, daarna veel drank, en te laat eten, nog meer drank, zoeken we nog een laatste bar op. Het wordt Molly Mogs in SoHo. Wouter besluit de aanwezige collega’s non stop ongevraagd allemaal aan de drop-shots te zetten. Keer op keer. Zelfs toen iedereen er klaar mee was kwam er weer die glimlach, en een toereikende hand met een shotje, een grote glimlach, doe nou maar, nog eentje dan. Het werd vanzelf feest daarbinnen. En man wat hadden we die volgende ochtend een kater.

 

Dorith Vinken vertelde dat er weinig mensen waren met wie ze zo kon lachen als met Wouter. Die ondeugende ogen, en die net wat flauwe humor. Ze waren elkaar eens tegengekomen op straat voor nota bene de Hunkemöller. Dat werd een running gag tussen hen, waarvan ze nog het meeste genoten als omstanders geen flauw idee hadden waarom deze twee collega-editors uitgebreid het passen van lingeriesetjes met elkaar gingen nabespreken.

 

Zijn passie voor het vak droeg hij ook actief uit. Hij was lid van de Dutch Academy For Film en van de European Film Academy. Hij was gastdocent op het Mediacollege en op de Filmacademie. Waarschijnlijk omdat hij uit eigen ervaring wist hoe inspirerend het voor filmstudenten is om gecoacht te worden door de editor van films als AANMODDERFAKKER en WOLF — om er maar eens twee te noemen. Hij was immers de verpersoonlijking van hun toekomstbeeld.

 

Voor de vereniging nam hij deel aan onze Kort!-avond, en samen met Anne de Clerq presenteerde hij tijdens de SuperMeet voor een volle conventiezaal in Krasnapolsky de videoclip die zij voor Carice van Houten hadden gemaakt. En natuurlijk was hij te gast op onze nominatie-avond toen hij — volslagen terecht — genomineerd was voor een Gouden Kalf voor de montage van WOLF.

 

Binnen onze vereniging is er veel collegiaal contact, en er ontstaan soms ook vriendschappen. Elsbeth Kasteel kende Wouter al sinds zijn stageperiode bij De Vertellers, en ze kwamen elkaar en ook Tanya Fallenius tegen bij de NCE — én op de filmavonden van Marc Bechtold in De Kapsalon. Toen Elsbeth en Wouter en Marc vijf jaar geleden buurtgenoten werden, ontstond een hechte vriendschap. Er was altijd tijd voor gezelligheid en een glas wijn, maar zeker ook op momenten dat het in het leven tegenzat waren ze er voor elkaar — als luisterend oor, voor een hart onder de riem, of een troostende schouder.

 

Eerder dit jaar, tijdens een bijeenkomst van de Dutch Academy For Film in Het Ketelhuis over LA HOLANDESA legde regisseur Marleen Jonkman uit hoe waardevol Wouter als editor voor haar was geweest. Hij was altijd bereid om alles te proberen, maar had daarna ook altijd een sterke mening over hoe iets het beste werkte. Hij bracht rust in het proces, en straalde controle uit.

 

Wouter heeft een blijvende indruk gemaakt — niet alleen op de regisseurs en producenten waar hij mee werkte, maar ook op zijn collega’s. Als editor en als mens. Zoals Faye de wilde het schreef: Hij heeft echt geroerd, geraakt en bewogen. Dat vergeet ik niet en nooit meer.

 

 

Hierna zong Elsbeth Kasteel het nummer Leave the Light On, van Beth Hart